Kanalen en uitlaten installeren
Basisinstallatievereisten
1.1 Wanneer u flexibele buizen gebruikt voor het aansluiten van stopcontacten, mogen deze bij voorkeur niet langer zijn dan 35 cm om optimale prestaties te garanderen.
1.2 Voor afvoerkanalen met flexibele slangen mag de maximale lengte niet meer dan 5 meter bedragen. Bij langere lengtes worden PVC-kanalen aanbevolen voor een betere efficiëntie en duurzaamheid.
1.3 De route van de kanalen, hun diameters en de installatielocaties van uitlaten moeten strikt voldoen aan de specificaties die in de ontwerptekeningen zijn beschreven.
1.4 Zorg ervoor dat de snijranden van de buizen glad en vrij van bramen zijn. Verbindingen tussen buizen en fittingen moeten stevig worden geklonken of gelijmd, zonder lijmresten achter te laten.
1.5 Installeer de kanalen horizontaal, waterpas en verticaal loodrecht om de structurele integriteit en een efficiënte luchtstroom te behouden. Zorg ervoor dat de binnendiameter van de buizen schoon en vrij van vuil is.
1.6 PVC-kanalen moeten worden ondersteund en bevestigd met beugels of hangers. Indien klemmen worden gebruikt, moeten de binnenoppervlakken ervan strak tegen de buitenwand van de buis aanliggen. De beugels en beugels moeten stevig aan de kanalen worden bevestigd, zonder dat ze losraken.
1.7 Aftakkingen van de luchtkanalen moeten op vaste afstanden worden bevestigd. Deze afstanden moeten voldoen aan de volgende normen, voor zover deze niet in het ontwerp zijn gespecificeerd:
- Voor horizontale kanalen met een diameter van 75 mm tot 125 mm moet er om de 1,2 meter een bevestigingspunt worden geplaatst. Voor diameters tussen 160 mm en 250 mm moet er om de 1,6 meter een bevestigingspunt worden geplaatst. Voor diameters groter dan 250 mm moet er om de 2 meter een bevestigingspunt worden geplaatst. Daarnaast moeten beide uiteinden van bochten, koppelingen en T-stukken een bevestigingspunt hebben binnen 200 mm van de aansluiting.
- Voor verticale kanalen met een diameter tussen 200 mm en 250 mm, bevestig elke 3 meter. Voor diameters groter dan 250 mm, bevestig elke 2 meter. Net als bij horizontale kanalen, moeten beide uiteinden van de verbindingen binnen 200 mm worden bevestigd.
Flexibele metalen of niet-metalen leidingen mogen niet langer zijn dan 5 meter en mogen geen scherpe bochten of instortingen bevatten.
1.8 Nadat u leidingen door muren of vloeren hebt geïnstalleerd, moet u alle openingen zorgvuldig afdichten en repareren om luchtlekken te voorkomen en de structurele integriteit te waarborgen.
Door u aan deze gedetailleerde installatierichtlijnen te houden, kunt u de goede werking en levensduur van uwresidentieel verseluchtventilatiesysteem,inbegrepenventilatie met warmteterugwinning voor huishoudelijk gebruik(DHRV) en geheelwarmteterugwinning ventilatiesysteem voor woningen(WHRVS) zorgt voor schone, efficiënte en temperatuurgecontroleerde lucht in uw hele huis.
Plaatsingstijd: 28-08-2024